Propolis bij wondbehandeling
Voor de behandeling van wondjes is propolis zalf ideaal. Deze zalf verzacht de pijn, doodt eventueel aanwezige ziektekiemen, heeft een licht bloedstelpende werking, gaat de ontstekingsreactie tegen en stimuleert de groei van nieuwe weefselcellen. Dat zijn allemaal eigenschappen die bij wondjes goed van pas komen. En als je kleine kinderen hebt, weet je maar al te goed hoe vaak je een goede wondzalf nodig hebt.
Het gebruik van propolis zalf bij wondjes, schaafwonden of snij wonden is heel eenvoudig. Eén keer per dag een niet al te dun laagje op de wond doen is genoeg. Eventueel kun je er daarna een pleister of andersoortig verbandje op doen. Als er vuil in de wond zit, moet je deze natuurlijk eerst met een ontsmettende vloeistof schoonmaken. Je kunt in plaats van zalf ook een propolis oplossing gebruiken. Maar die is nogal sterk en brandt in de wond. De propolis oplossing werkt overigens wel sterker ontsmettend dan de propolis zalf.
Het succes van propolis bij de behandeling van wonden is overduidelijk. Wondjes genezen sneller dan je gewend bent. Ook raken ze minder snel geïnfecteerd, wat je merkt doordat de wondjes meestal droog blijven.
Dragende wonden of zweer noemt men de wond die een geel of groen gekleurd vocht produceert (pus of etter) doordat er een infectie in de wond is ontstaan. Zo’n infectie kan veroorzaakt zijn door ‘vuil’ van buitenaf, maar ook door een gewone huidbacterie. Bij een dragende wond werken propolis druppels (2 maal daags op de wond) beter dan propolis zalf. Het slikken van propolis (in combinatie met de plaatselijke behandeling) is alleen nodig wanneer er na een week geen verbetering is te zien, of wanneer er sprake is van veel of regelmatig terugkerende zweertjes.
Wanneer iemand regelmatig dragende wondjes heeft, of wanneer een wond na twee weken nog geen teken van genezing vertoont, is een onderzoek door de huisarts aan te raden. Er kan sprake zijn van een verminderde algehele weerstand (bij voorbeeld door een niet onderkende suikerziekte) of van een wondinfectie bevorderende factor als een stukje dood weefsel, een splinter of een stukje glas in de wond.